Arie Bakker, melkhandelaar en kruidenier
Riët Timmerman
Op de Bovenkerkseweg 25 staat de bungalow van Rika van
Houwelingen-Bakker en haar man Amel. Zij wonen op de plaats waar ook haar
ouders en grootouders woonden en werkten.
Haar overgrootvader Govert Verspuij werd in 1820 in Hoogblokland
geboren en trouwde in 1851 met Dingena van Houwelingen uit Giessen-Nieuwkerk.
Govert en Dingena verhuisden in 1880 naar A 3 in Giessendam, bij de Vlietebrug.
Hun dochter Willemijntje trouwde in 1889 met Huibert Rietveld uit
Noordeloos. Zij gingen wonen op A 24 Giessendam, thans Bovenkerkseweg 25. Dit
huis kochten zij van winkelier Nijs van den Dool, die naar nummer 23 verhuisde.
Huibert werkte als boerendaggelder bij Arie Schakel in Bovenkerk. Na enige
jaren begon hij een melkhandel.
Tot die tijd werd de melk door of voor de boeren verkocht op
markten of aan huis. Toen al werd duidelijk dat melk de veroorzaker was van
veel epidemieën zoals tyfus, difterie en tbc. Daarom kwamen er steeds meer regels
om de kwaliteit van de melk te waarborgen en ontstonden er melkwinkels.
Huiberts dochter Cornelia trouwde in 1929 met Arie Bakker, die in 1935 de
melkhandel van zijn schoonvader overnam.
Arie Bakker werd op 5 december 1895 geboren in het oude Sluishuis, gebouwd boven de sluis
van Hardinxveld. Zijn vader runde daar een café. In 1905 zette zijn vader de zaak voort in café 's Lands Welvaren, in het
hangen van de Dam, achter hotel De Zwaan.
Arie trouwde met Cornelia Rietveld. Zij gingen wonen in de Molenstraat in
Giessendam, waar in 1931 dochter Hendrika en in 1934 zoon Huibert geboren
werden. Arie werkte bij de firma Hoogendoorn in Giessendam, maar werd in de
crisistijd werkloos. Daarom ging hij helpen in de melkhandel van zijn
schoonvader Huibert Rietveld, die al op jaren was. Toen Huibert in 1935
overleed nam Arie de zaak over en verhuisde hij met zijn gezin naar Bovenkerk.
Zij gingen wonen in het achterste gedeelte van het huis. In het middendeel woonde
Huiberts weduwe Willemijntje en in het voorhuis Neeltje Verspuij, een zus van
Willemijntje.
Neeltje was naaister.
Arie ventte de melk uit in Giessen-Nieuwkerk en Peursum. De melk betrok hij van de
zuivelfabriek Samenwerking aan de overkant van de Giessen. Als er ijs lag kon
hij zo oversteken met zijn bakfiets. De melk werd zes dagen in de week
uitgevent.
Op zaterdagavond ging Arie nog een keer bij de mensen langs. Men had geen koelkast
en in 1935 was er een ventverbod voor de zondag ingesteld. De melkboer zelf had
ook geen koeling. Als er op zaterdagavond melk over was kookte Cornelia er pap
van voor eigen gebruik. Rika herinnert zich dat de boter in de zomer de la uit
dreef. In de winter kwam de bevroren pap boven de fles uit.
Er waren meer melkboeren op het dorp. Behalve Aai Bakker waren er Wijn Hooikaas, Gerrit Slob, Jannigje de Jong en Wim Bosman. De klanten gunden ieder zijn deel. Daarom kwam het voor dat als de bakker room moest hebben voor zijn gebak hij alle melkhandelaren vroeg een liter in de pan te gooien. Wel had de gereformeerde melkboer vaak meer gereformeerde klanten en de hervormde meer hervormde klanten.
De melkventers maakten lange dagen, hun
klanten zaten ver uit elkaar. Vakantie opnemen was er niet bij. Het gebeurde
dat meerdere melkventers in een straat aan het werk waren en elkaar
tegenkwamen. Arie kwam op de Parallelweg in Schelluinen, maar ook in Hardinxveld
en Giessendam, waar hij nog veel mensen kende.
Na enige tijd werd de melkhandel uitgebreid
met kruidenierswaren. 's Morgens ventte Arie de melk uit en 's middags de
kruidenierswaren.
Kruidenierszaken waren er ook in overvloed
in die tijd. Aan de overkant zat Toon van den Dool, bij de Vlietebrug Den
Dikken en in Giessen-Oudekerk zaten nog twee zaken. Een vetpot was het niet.
Als er een verhuiswagen in het dorp gesignaleerd werd ging de winkelier vaak
dezelfde dag nog vragen of hij op klandizie van de nieuwkomer mocht rekenen.
Echtgenote Cornelia runde de winkel die op
de zolder was ingericht. Er waren, zoals toen gebruikelijk, ruime
openingstijden. Het was niet abnormaal als er op zaterdagavond om tien uur nog
een klant kwam. De kinderen lagen dan op diezelfde zolder allang te slapen.
Rika herinnert zich dat er vaak een jongeman kwam die voor hij naar zijn
verloofde ging nog snel een zak bonbons kwam halen. Bij het sluiten van de zaak
waren het altijd dezelfde mensen die nog snel even een pakje soep voor de
zondag moesten hebben.
Men kreeg te maken met steeds meer regelgeving. In 1925 werd de melkkeuring verplicht. De Zuivelwet van 1932 regelde het vaststellen van melkprijzen, stelde eisen aan de vakbekwaamheid van de melkboer en introduceerde een uitgebreid stelsel van vergunningen voor een hygiënische bedrijfsvoering.
Arie ventte zijn kruidenierswaren uit met
een bakfiets. Naast de fiets liep een hond die hielp met trekken. De melk werd
vervoerd met een bakfiets met daarop twee melkbussen. Onderin de bussen zat een
kraantje. De melk werd in de pannen gedaan die vaak al klaarstonden bij de
voordeur. Later kwam er een kar met een pony ervoor.
Postbode Jan Muis heeft in de winter nog
eens moeten helpen toen de pony en Arie de kar niet tegen het heultje
opgetrokken kregen.
Na een aantal jaren werd de kar vervangen
door een groter exemplaar met een paard ervoor. Rika herinnert zich dat het
beest bepaald niet mak was. Zij was er altijd een beetje bang voor en droomde
er jaren later nog van. Het beest was driftig. In de zomer liep het paard bij
Arie Schakel in de wei. Haar vader moest het soms helemaal achter uit het land
halen voor hij aan zijn wijk kon beginnen. Het paard werd gestald in een houten
schuur achter het huis. Als Rika haar fiets binnen moest zetten, maakte ze
eerst flink wat herrie om de muizen te verjagen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de melkhandel
sterk gereguleerd. De melk mocht niet meer rechtstreeks door de boer geleverd
worden. De veeboeren moesten dus kiezen tussen de boerderij of de melkhandel.
In het Melkstandaardisatiebesluit uit 1940
werd standaardisatie van het melkvetgehalte verplicht gesteld. Tegelijkertijd
werd met het oog op de volksgezondheid de pasteurisatie van melk ingevoerd. Dit
maakte de melk vrij van eventuele ziektekiemen en langer houdbaar. Voor gebruik
diende de klant de melk nog wel te steriliseren door deze te koken.
Rika hielp haar vader vaak en is talloze
keren natgeregend. Goede regenpakken waren er nog niet in die tijd. Vanwege de
melkcontrole moest zij een kaartje aan haar fiets hebben, maar dat wilde zij
niet. Zij stak het altijd los bij zich. De melk werd gecontroleerd op
kwaliteit, maar ook werd gekeken of de melk niet aangelengd was met water.
Na de Tweede Wereldoorlog werd de melkhandel gesaneerd. Iedere melkhandelaar kreeg
een eigen wijk toebedeeld. De melkboer was voortaan minder lang onderweg en kon
in de zomer veertien dagen vakantie nemen. Zijn collega's namen zijn wijk dan
over.
In het najaar van 1950 ging De Vooruitgang, de vereniging van melkhandelaren van
Hardinxveld-Giessendam, over tot het saneren van de melkwijken. De
melkhandelaren van Schelluinen en het latere Giessenburg waren aangesloten bij
de vereniging, maar hadden hun eigen saneringsstelsel. Sommige klanten hadden
bezwaar, zij konden niet meer hun eigen melkbezorger kiezen of uitwijken naar
een ander als zij niet tevreden waren.
In de krant was te lezen dat een vertegenwoordiging van De Nederlandse Vereniging
van Huisvrouwen, de Christelijke Vrouwenbond en de vrouwengroep van de PvdA
door de melkslijters was uitgenodigd. De vrouwen protesteerden, maar voelden
zich niet gehoord.
Toen tante Neeltje in 1945 overleed werd het voorste deel van het huis in gebruik genomen
als pakhuis. Daar lagen ook de wortels voor het paard.
Toen oma Willemijntje in 1949 overleed werd
de winkel verplaatst naar het middengedeelte van het huis op de begane grond.
Aan de gevel was een grote reclameplaat van Van Nelle bevestigd.
Buurmeisje Jans de Bruin kwam
helpen op zaterdagmorgen. Zij staat op bovenstaande foto. Rika werkte mee tot
haar huwelijk in 1958. Haar vader was toen ook al wat ouder en deed alleen nog
wat klanten in de buurt. De melkhandel verkocht hij aan Arie Huizer.
Het voorhuis werd nog een tijdje verhuurd, onder andere aan Ko de Groot.
Arie Bakker overleed in 1967 en
werd begraven in Giessen-Oudekerk.
In 1971 lieten Rika en Amel een bungalow bouwen op de plaats van het oude huis.
Moeder Cornelia bleef tot haar overlijden in 1991 bij hen inwonen.
Bronnen:
- Mondelinge informatie H. van Houwelingen-Bakker, T.M. Muis, E.M. de Groot-Slob, A. Sprong, D. Sprong-Vink.
- Schriftelijke informatie J. Dubbeldam.
- Nieuwsblad
voor Gorinchem en omstreken, 7 juni 1929, 10 maart 1952 en diverse websites
zoals:
www.isgeschiedenis.nl, www.wikipedia.org, www.wiewaswie.nl,www.genealogieonline.nl, www.familysearch.org.