Salomon en Antje van de Giessen
Riët Timmerman
In de tweede helft van de 19e eeuw woonden er in Giessen-Nieuwkerk betrekkelijk veel joden. Rond 1860 waren het er zestien, op een bevolking van 674 een hoog percentage. Een van hen was Levie Salomon van de Giessen. Hij was slager en veehandelaar en bezat een inmiddels afgebroken pand, thans Dorpsstraat 65. In 1898 werd hij vermoord. Hij was de zoon van Salomon van de Giessen en Antje Drievoet. Zij overleden beiden in Giessen-Nieuwkerk. De grafstenen van Salomon en Antje zijn nog aanwezig op de joodse begraafplaats in Werkendam.
Wat was de reden dat zij in Werkendam werden begraven en niet in Gorinchem, wat in die tijd gebruikelijk was? Dit antwoord is niet eenvoudig te geven. Wel is er het een en ander te achterhalen over het leven van de familie Van der Giessen in en rond Giessen-Nieuwkerk.
De vertaling van de tekst op de grafsteen van Salomon van de Giessen luidt: Hier rust de geëerde Sjlomo, zoon van de geëerde Jehoeda von der Giesen. Hij ging naar zijn eeuwigheid op woensdag 22 Kislew en werd begraven op de dag voor de heilige sabbat 24 in die maand in het jaar 5645. De naam van zijn moeder Goetche. T.N.Ts.B.H. (Zijn ziel zij gebundeld in de bundel van het eeuwig leven).
Woensdag 22 Kislew 5645 = 10 december 1884.
De joodse diaspora
Vanaf de 11e eeuw staat beschreven dat joden regelmatig vervolgd en verdreven werden. Tijdens de pestepidemie van 1348-1352 bijvoorbeeld, werden de joden minder vaak ziek en werden er van beschuldigd openbare waterbronnen te hebben vergiftigd. Later bleek dat zij vanwege hun strenge reinigingswetten geen gebruik maakten van deze bronnen. Aan het einde van de 16e eeuw kwamen er grote groepen Sefardische joden uit Spanje en Portugal naar de Nederlanden. De grootste groep immigranten werd echter gevormd door de Hoogduitse en Oost-Europese Asjkenazische joden. Zij waren keer op keer op de vlucht geweest voor vervolgingen en waren over het algemeen armer dan de Sefardische joden.
Nergens genoten joden zo veel godsdienstvrijheid als in de Lage Landen. In 1615 sprak Hugo de Groot zich in zijn Remonstrantie uit voor vrijheid van godsdienst en voor vestiging van de joden. Het reglement werd nooit ten volle ingevoerd en de steden bleven zelf bepalen wie zij wel en niet wilden toelaten. In de praktijk betekende dit wel dat in de 17e en 18e eeuw in de Nederlanden geloofsvrijheid gewaarborgd werd. Tijdens de vergadering van de Raad voor de Bataafse Republiek werd in 1796 besloten dat 'Geen Jood zal worden uitgeslooten van eenige rechten of voordelen, die aan het Bataafsch burgerregt verknocht zyn'.
Voorouders
De eerste joden die in de Alblasserwaard gingen wonen, verkozen Gorinchem tot woonplaats. In de 18e eeuw kwamen her en der in de dorpen ook joden te wonen. Vaak waren zij marskramer of 'Joods slagter'. De vaders van Salomon en Antje werden beiden in Duitsland geboren. Rond 1790 kwamen zij naar de Republiek.
De vader van Salomon van de Giessen, Levie Joël, werd in 1756 geboren in Neuwied am Rhein. Hij trouwde met Judik Cohen, rond 1755 geboren in Loosdrecht. In 1787 woonden zij in Hardinxveld en vanaf 1788 in Giessendam. Daar werd hun derde zoon Salomon op 14 december 1793 geboren. In 1811 werd het verplicht een achternaam te hebben, maar de termijn werd steeds verlengd. Op 27 april 1826 verscheen Levie Joël bij de burgemeester van Giessendam. 'Dewelk ter voldoening aan het Koninklijk Besluit van den achtsten November 1825 verklaarde alsnog aan te nemen de geslachtsnaam Van de Giessen'. Aangetekend werd dat deze naamsverandering ook al zijn kinderen betrof. Levie ondertekende 'in de Hebreeuwsche taal, als verklarende hij niet anders te kunnen teekenen'.
De vader van Antje Drievoet, slager Mozes Hartog, werd geboren in Ingelheim am Rhein. Andere bronnen spreken van Ingelheim bei Trier. Hij trouwde met de in 1761 in Werkendam geboren Hester Joseph Levie. In 1793 woonden zij in Werkendam, waar op 2 juni 1799 hun dochter Hanna (Antje) geboren werd. In 1811 nam Mozes Hartog de naam Drievoet aan, wat volgens sommige bronnen een vertaling kan zijn van Trier.
Salomon en Antje
Salomon en Antje trouwden op zondag 19 oktober 1828 in Werkendam. Salomon woonde op dat moment in Lage Zwaluwe en was 'vleeschhouwer'. Er was echter een probleem. Salomon kon geen bewijs van geboorte overleggen 'vermits deswegens in de Registers der geboorene geenen aanteekening wordt gevonden'. Daarom verscheen hij op 16 augustus 1828 voor de rechtbank van 's Hertogenbosch. 'Dat hij dit gebrek wenschte aan te vullen door eene acte van nationaliteit. Weshalven hij ons verzogt de navolgende zeven getuigen bij een te roepen, dewelken in staat zijn te verklaren wegens den tijd en plaats Zijner geboorte, ten einde dit getuigenis zoude kunnen strekken in plaats van de vereischte acte van geboorte'.
Zes getuigen kwamen uit Giessendam, waaronder een verver, een koopman, twee winkeliersters en een groenteverkoopster. De laatste getuige was een koopman uit Hardinxveld. Zij verklaarden dat 'zij zeer wel kennen den meergemelden Salomon van de Giessen. Dat zij zeer wel weten dat denzelven ruim vier en dertig jaar geleden te Giessendam is geboren en dat zij hiervan zo beslist zijn als of er eene acte van geboorte van dezelve in behoorlijke form aanwezig was'. De rechtbank maakte hierop een 'acte van bekendheid'. Salomon kon deze niet ondertekenen. Hij gaf aan niet te kunnen schrijven.
Bij de huwelijksacte was verder bijgevoegd een schrijven van de burgemeester van Giessendam, Johannes Brooshooft, waarin hij verklaarde dat Salomon bij de loting voor de Nationale Militie van 1815 nummer 12 en van 1816 nummer 14 had getrokken.
Na hun trouwen in 1828 woonden Salomon en Antje op nummer 383 in Lage Zwaluwe. Zijn beroep was 'slagter en koopman'. Zij woonden in bij Teuntje Temerus, de weduwe van wagenmaker Pieter Griekspoor. Voor 1831 verhuisden zij naar Hardinxveld, waar Salomon als slager en handelaar te boek stond.
Salomon en Antje kregen vijf kinderen:
- Judik Jedje , geboren 8-9-1829 in Lage-Zwaluwe en overleden in 1924 in Amsterdam. Zij trouwde in 1855 in Amsterdam met 'venter' Hartog Elias Noot.
- Henri Hartog, geboren 24-9-1831 in Hardinxveld en overleden in 1909 in Amsterdam.
Hij trouwde in 1856 in Giessen-Nieuwkerk met Sabella van Straten. - Levie Salomon, geboren 10-4-1834 in Hardinxveld en in 1898 vermoord. Hij trouwde in 1860 in Giessen-Nieuwkerk met Sara van Straten, weduwe van Mozes Klein.
- Joseph, geboren 02-12-1836 in Hardinxveld. Hij trouwde eerst met Lea van Koppels, later trouwde hij met Nancy Klein.
- Sara, geboren op 6-2-1839 in Hardinxveld. Zij trouwde met Zadok Hartog Workum.
Joden in de Alblasserwaard en Werkendam
Na de ressortale indeling van 1816 behoorden de joodse gemeenten van Hardinxveld (14 joden), Giessendam (10) en Giessen-Nieuwkerk (4) tot de ringsynagoge Gorinchem.
In Gorinchem woonden 72 joden. Er was geen synagoge en geen rabbijn, maar wel een school, een mikwe (religieus bad) en een begraafplaats. De synagoge in de voormalige Lutherse kerk aan de Havendijk werd in 1817 in gebruik genomen. De joden in de dorpen waren niet erg vermogend, getuige een brief uit 1818 van de Israëlitische gemeente Gorinchem: 'Werkzaam zijnde ter regeling der contributiën voor deezen jaaren, moeten wij met leedwezen ondervinden, dat derzelve, ter bestrijding der behoeften onzer gemeente, ontoerijkende zijn, veroorzaakt wordende door de geringhijd derzelve, meer ook door dien ingezetene der tot onze gemeente behoorende dorpen, als: Giessendam, Hardingsveld en Giessennieuwkerk- dewelke bestaan in meestendeels in eene onvermoogende staad, dewelke niet veel kunnen bij brenge en der andere dorpen der ring zijn geen Israëliten gedommecilleert'.
Foto links: De dijksynagoge in Sliedrecht.
Voor de joden in Hardinxveld en Giessendam was de synagoge in Gorinchem moeilijk te bereiken. Men moest veel verder lopen dan op de sabbat toegestaan was.
Daarom gingen zij vaak naar Sliedrecht. Daar werden vanaf het eind van de 18e eeuw godsdienstoefeningen gehouden. Eerst bij een van de leden thuis, later in een wolspinnerij. In 1845 werd een synagoge gebouwd op de dijk, vlak bij Giessendam. De Hardinxveldse en Giessendamse joden betaalden in zowel Gorinchem als Sliedrecht contributie.
In 1833 vertrokken enkele gezinnen uit Sliedrecht.
Dit betekende een aanzienlijke inkomstenderving en daarom werd de Hoofdcommissie verzocht Hardinxveld en Giessendam bij de bijkerk Sliedrecht, ressorterend onder de ringsynagoge Dordrecht, te voegen. Dit werd in 1835 toegestaan voor Giessendam, in 1849 gevolgd door Hardinxveld. De leden hoefden nu alleen aan Sliedrecht contributie te betalen en dit was een gevoelig verlies voor Gorinchem.
Uit diverse kwesties komt het beeld naar voren dat het niet boterde tussen Gorinchem en de andere dorpen. De dijk- en polderjoden zagen de bemoeienis van Gorinchem als een aantasting van hun vrijheid en onafhankelijkheid. In 1849 kwam er een verzoek of Giessen-Nieuwkerk onder de omschrijving van Sliedrecht kon worden gebracht.
Per 1 januari 1850 kwamen 'de Israëlieten te Giessen Oud en Nieuwkerk en Peursum woonachtig onder Sliedrecht te parochiëren'. D. Meiboom, M. Klijn, M. v.d. Giessen, S.H. Visser en S. v.d. Giessen betaalden dat jaar hun 'bijdragen tot onderhoud der Eeredienst' aan Sliedrecht. Omdat de synagoge in Sliedrecht te ver was en er daar geen joodse begraafplaats was, verzochten zij in juli van dat jaar de Hoofdcommissie weer terug te mogen keren naar Gorinchem. Het verzoek werd ondertekend door Lemans van de Giessen, M. van de Giessen, S.H. Visser, M. Klein en D. Meiboom. Bovendien 'bestaat er gegronde hoop dat binnenkort deze gemeente zich tot een kerkelijke bijeenkomst kan zamenstellen'. Zij hadden reeds eerder aangegeven zelf diensten te willen gaan houden. Hun verzoek werd ingewilligd en zij konden voortaan hun contributie betalen aan Gorinchem.
Ruim een jaar later werden de spanningen in de Giessen-Nieuwkerkse / Peursumse joodse gemeenschap openbaar. Een eigen synagoge bleek niet haalbaar en in Gorinchem naar de sjoel gaan niet mogelijk. David Meiboom uit Peursum wilde weer terug naar Sliedrecht. 'Ik voor mij heb de kerk van Sliedrecht nimmer verlaten'. Hij had zich door de Giessen-Nieuwkerkers laten verleiden het appèl mede te ondertekenen.
Hij verweet de anderen in een jaar geen synagoge van binnen te hebben gezien. 'Om hunne dwaling te verbergen hebben de onbehoorlijkste daad verrigt met Nieuwjaarsfeest en Verzoendag eene wijde Rivier overgevaren naar Werkendam, en alzo in een andere Provincie te Kerk te gaan'. Meiboom verzocht om Peursum weer naar Sliedrecht over te brengen. Hij was nu geen volledig lid en kon geen plaats in de Sliedrechtse sjoel huren. 'Zo blijf ik daar als vreemdeling beschouwd'. Het verzoek werd niet ingewilligd.
Rond 1782 ontstond in Werkendam, de geboorteplaats van Antje, een joodse gemeenschap, die voor haar godsdienstoefeningen in een woonhuis bijeenkwam. Ook beschikte men over een joodse begraafplaats, gelegen in de Vervoornepolder. In de eerste veertig jaar van de negentiende eeuw wisselden Werkendam en Woudrichem elkaar af als centrum van de regionale joodse gemeente. In 1817 gold Werkendam als ringsynagoge, maar in 1821 werd de plaats toegevoegd aan de bijkerk Woudrichem. In 1836 werden de rollen weer omgedraaid. Werkendam beschikte toen over een synagoge die gevestigd was in een schuur achter de Hoogstraat.
Giessen-Nieuwkerk
Van 1879 tot en met 1898 werden in het huis van Salomons zoon Levie in Giessen-Nieuwkerk godsdienstoefeningen gehouden. Op het platteland werden vaker synagogediensten bij een van de leden thuis gehouden, al dan niet met toestemming van Hoofdcommissie of ringsynagoge. Er moest dan wel sprake zijn van een Minjan, een groep van tenminste tien volwassen joodse mannen.
In 1879 kocht Levie het pand nummer 131, nu Dorpsstraat 65, van de weduwe van
mr. Oswald Lodewijk Gerhard Frederik Aberson. Levie was slager en in het pand zou een rituele slachtplaats geweest zijn. Bij een verbouwing in de 20e eeuw werd een betegelde kelder gevonden, waarin het slachtbloed vloeide. Drie maanden na zijn gewelddadige dood in december 1898 werd het huis met slachtplaats, tuin, boomgaard, erf en bouwland verkocht. Tot de inboedel behoorde ook 'een partijtje kerkbenoodigdheden, behoorende tot den boedel van L.S. van de Giessen, te Nieuwkerk'. In 1899 gingen de joden uit Giessen-Nieuwkerk over naar de joodse gemeente in Gorinchem.
Tussen 1839 en 1850 verhuisden Salomon en Antje van Hardinxveld naar Giessen- Nieuwkerk. Hun zoon Levie woonde daar in ieder geval vanaf 1862. De oudere broer van Salomon, Mozes, is in Giessen-Nieuwkerk overleden. Voor zo ver te achterhalen woonden daar ook drie kinderen van Mozes: Izaäk op nummer 134 en de ongetrouwde 'vleeschhouwer' Leemans met zijn eveneens ongehuwde zuster Rosina op nummer 57, nu Dorpsstraat 2-4.
Foto links: Sara van de Giessen en Zadok Hartog Workum rond 1877.
Sara, de jongste dochter van Salomon en Antje, woonde vanaf 1874 in Amsterdam. Drie jaar later trouwde zij daar met diamantslijper Zadok Hartog Workum. Hun oudste zoon Hartog (Henri) woonde op de Geldersekade 89 en was 'vervaardiger van kunsttanden en gebitten'. 'Levert alles met een schriftelijke garantie van 10 jaar'. Dit beroep kwam vaker voor in de familie. Zijn oudoom Joël, de oudste broer van Salomon, was reizend tandarts.
De jongste zoon van Sara en Zadok, Anton Salomon, was een van de koosjere slagers die in de Israëlitische vleeshal op de Nieuwe Kerkstraat 102 werkten. Hij woonde op de Geldersekade 89¹. Op dit adres konden bestellingen worden opgegeven.
Zadok overleed in 1893 en werd begraven op de joodse begraafplaats in Muiderberg.
Sara overleed in 1919 en werd in Werkendam begraven.
Holocaust
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden duizenden joden weggevoerd en vermoord. Het is gruwelijk om te lezen hoe veel nazaten van Salomon en Antje dit lot heeft getroffen.
Van hun dochter Judik werden al haar nog in leven zijnde kinderen, hun echtgenoten en dertien van de 25 kleinkinderen omgebracht. Van Henri Hartog een schoonzoon en drie van de acht kleinkinderen. Van Levie een schoonzoon en beide kleinkinderen. Van Joseph twee dochters, drie zoons met hun echtgenotes en zes van de elf kleinkinderen. Waarbij opgemerkt moet worden dat hier een dubbele vermelding is: een dochter van Judik was getrouwd met een zoon van Joseph. Van Sara werd een zoon en een kleinkind vermoord.
Behalve de vele klein- en achterkleinkinderen van Antje en Salomon vonden ook tal van achterachterkleinkinderen een gewelddadige dood.
Salomon en Antje hebben deze gruwelijke gebeurtenissen niet meer meegemaakt.
Antje van de Giessen-Drievoet overleed op 20 juli 1869 te Giessen-Nieuwkerk. Aangifte werd gedaan door haar zwager Mozes van de Giessen en haar oomzegger Izaäk van de Giessen.
De vertaling van de tekst op de grafsteen van Antje luidt:
Hier rust mevrouw Hanna, dochter van de heer Mosje, vrouw van de geëerde Sjlomo von der Giesen. Zij ging naar haar eeuwigheid op dinsdag 12 Menachem en werd begraven op donderdag 14 in die maand 5629. De naam van haar moeder Pes. T.N.Ts.B.H (haar ziel zij gebundeld in de bundel van het eeuwig leven).
Dinsdag 12 Av 5629 = 20 juli 1869.
Donderdag 14 Av 5629 = 22 juli 1869.
Salomon van de Giessen overleed op 10 december 1884 in Giessen-Nieuwkerk. Hij werd bijna eenennegentig jaar. Aangifte werd gedaan door zijn oomzegger Izaäk van de Giessen en de stiefzoon van zijn zoon Levie, David Hertz Klein. Ook David woonde in Giessen-Nieuwkerk, op nummer 79. Ten tijde van het overlijden van Salomon werden de synagogediensten in het huis van zijn zoon Levie gehouden.
De vraag waarom Salomon en Antje in Werkendam begraven werden is niet beantwoord.
Een reden zou kunnen zijn dat Werkendam de geboorteplaats van Antje was. Een andere reden kan de onvrede over de joodse gemeente van Gorinchem zijn en het feit dat de Giessen-Nieuwkerkse joden rond 1851 enige tijd in Werkendam naar de synagoge gingen.
Bronnen:
- Schriftelijke informatie dr. B.T. Wallet, Lia den Toom, Martin Boot, Historische Vereniging Werkendam en De Werken c.a., Wim van den Heerik, Historische Vereniging Hardinxveld-Giessendam en ds. J. Korteweg.
- Gegevens over Dorpsstraat 2-4 Giessenburg van A.M. Bode-Huizer.
- Wallet, B.T. Joods leven in Giessen-Nieuwkerk en Giessenburg. Misjpoge 14, 2001.
- Wallet, B.T. (2003) Omstreden leiderschap, de joodse gemeente Gorinchem en de joodse Alblasserwaard in de eerste helft van de negentiende eeuw. Oud Gorcum Varia 55, 20e jaargang.
- Geboorte-, huwelijks- en overlijdensakten, huwelijkse bijlagen Hardinxveld, Giessendam, Giessen-Nieuwkerk en Werkendam, bevolkingsregister Hooge en Lage Zwaluwe via www.familysearch.org, Streekarchief Langstraat Heusden Altena en Regionaal Archief Tilburg.
Stamkot, Bert (1989) Joods Gorcum 1349-1964, een gedenkboek. Stichting Merewade Gorinchem. - Dool, D. v.d. (1988) Wat is er nog bekend over de joden in Giessenburg en Schelluinen. De Kroniek. Geschiedkundige Vereniging Giessenburg en Schelluinen.
- Harrewijn, H. (1994) Joden in Giessen-Nieuwkerk en omgeving. De Kroniek. Geschiedkundige Vereniging Giessenburg en Schelluinen.
- Timmerman, H.M. (2015) De raadselachtige verdwijning van Levie van de Giessen. De Kroniek. Geschiedkundige Vereniging Giessenburg en Schelluinen.
- www.wiewaswie.nl, www.geni.com, www.morasha.nl, www.stenenarchief.nl, www.genealogieonline.nl, www.jorge.home.xs4all.nl, www.jck.nl, www.dijksynagoge.nl, www.joodsamsterdam.nl, www.alblasserwaard-genealogie.nl, gw.geanet.org, www.joodsmonument.nl, www.joodsecanon.nl, www.onlinebegraafplaatsen.nl.
- Nieuw Israëlitisch weekblad, 31 oktober 1879 via www.delpher.nl.