Per schaats en slee
Harry Aardoom
Op 11 juni 1680 noteerde notaris Van der Grijp dat Dirck Cornelisz van Ardenne, de heemraad (schout) van ‘Giessen Binnendams’ in 1671 of 1672 tot een financieel akkoord was gekomen met zijn zus Pietertje Cornelisdr van Ardenne en haar zoon, Gerrit Gerritsz de Jonghe. De getuigen Theuntgen Dircx van der Weijden, 30 jaar oud, Jan Cornelis Post, 27 jaar, Pieter Dircxe Tromp, ongeveer 40 jaar en Heijltje Pieters, de vrouw van Jan Janse, 38 jaar oud, herinnerden zich dat het in de strenge winter van 1671 of 1672 had plaatsgevonden.
Schaatsenrijden
in een dorp. Schilderij van Hendrick Avercamp ca. 1610. Rijksmuseum
Amsterdam.
Pietertje Cornelis van Ardenne woonde met haar zoon in Peursum. Ze ontvingen daar de uitnodiging om voor het regelen van een schulddelging (aflossing) naar het huis van de heemraad in Giessen Binnendams toe te komen. Welnu, Gerrit Gerritsz de Jonghe zette zijn moeder op een houten kindersleetje, bond zelf schaatsen onder en duwde zijn moeder op het sleetje al schaatsend over de bevroren Giessen van Peursum naar Giessen Binnendams. Het moet een wonderlijk gezicht zijn geweest, een vrouw op leeftijd op een klein houten sleetje die door haar zoon op schaatsen over de Giessen kilometers ver werd voortgeduwd. De getuigen wisten zich dit voorval allen na acht jaar nog te herinneren.
Het vervoer per klein houten sleetje en schaatsen was dermate opzienbarend dat het in de akte tweemaal uitgebreid werd beschreven. Mogelijk heeft dit spektakel jongeren tot navolging geïnspireerd. Was dit de voorloper van de Molentocht door de Alblasserwaard?
Bron:
Nationaal
Archief, Den Haag, Rechterlijke Archieven in Zuid-Holland: Baljuw en
Hoge Vierschaar van Zuid-Holland, 1574–1811 (1813), nummer
toegang 3.03.08.224, inventarisnummer 91, dd. 11 juni 1680.