Watersnood 1953
Janny Lock
In De Kroniek zijn al eerder artikelen verschenen over de watersnoodramp van 1953.
Dit waren ooggetuigenverslagen over de manier waarop mensen in de Alblasserwaard en met name in Giessen-Oudekerk de ramp ondergingen; over welke maatregelen ze troffen voor hun persoonlijke veiligheid en om te redden wat er te redden viel.
Maarten Schakel was in 1953 burgemeester van Noordeloos, Hoornaar en Hoogblokland en secretaris van het waterschap De Overwaard. Uit hoofde van die functie was hij nauw betrokken bij de maatregelen vanuit het waterschap. Hierover heeft hij een verslag geschreven. Het verslag is erg lijvig en daarom ingekort. Bovendien is de ik-vorm vervangen door zijn naam. De eigennamen in het oorspronkelijke verslag, zoals Damsche Weg en Kaloeve zijn in die vorm overgenomen.
De polder gezien vanaf de Binnendamseweg in de richting van de Tiendwegse molen.
Zaterdag 31 januari 1953
Voor het eerst van zijn leven hoorde Maarten Schakel waarschuwingen van de Stormvloedwaarschuwingsdienst. De wind stak gedurende de avond sterk op in de regio.
Het werd die nacht zwaar weer.
Zondag 1 februari 1953
Even na acht uur in de morgen werd Schakel opgebeld door de burgemeester van Giessen-Nieuwkerk, N. v.d. Brugge. Deze was opgebeld door de Rijkspolitie uit Sliedrecht met de mededeling dat er twee gaten in de bandijk geslagen waren. Op zijn vraag wat te doen, antwoordde Schakel dat het dijkleger door het hoogheemraadschap werd opgeroepen en dat hem alleen restte de bevolking te waarschuwen. Daar hij het niet uitgesloten achtte dat het waterschap De Overwaard direct in actie moest komen, probeerde hij contact te krijgen met voorzitter Hakkesteegt in Hoornaar. Dit lukte niet omdat, naar later bleek, zijn telefoon al niet meer werkte. Later zijn Schakel en Hakkesteegt samen op pad gegaan. De tocht ging over de brug van de Giessen, Muisbroek en Doet, waar enkele kerkgangers tegen de storm optornden.
Ze stopten uiteindelijk bij het viaduct over de rijksweg op de grensscheiding tussen Giessendam en Sliedrecht. Het land stond al tot de spoordijk onder water en de bewoners beneden aan de dijk vertrokken. De buitendijkse ophoging bleek doorgebroken te zijn. De adjudant van de Rijkspolitie wist te vertellen dat er in Papendrecht nog een gat gevallen was. Daarna gingen Schakel en Hakkesteegt naar Gorcum. In het Dijkhuis was de heer Overwater aanwezig, die vertelde dat het gat bij Sliedrecht niet onrustbarend was. Maar in Papendrecht, in de Noorddijk, was een diep gat geslagen dat voor het moment niet te dichten was, zodat de hele streek met overstroming bedreigd werd. Er was contact met de hoofingenieur van de Provinciale Waterstaat. Deze dacht dat de Alblasserwaard anderhalf à twee meter onder water zou komen te staan.
Na het informeren van de bevolking in de kerken van Noordeloos en Hoornaar gingen Schakel en Hakkesteegt naar huis in Noordeloos. Daar zat Cornelis Rozendaal, heemraad van De Overwaard, al een tijdje te wachten. Het advies van Schakel aan hem was een noodkoffer te pakken en de evacuatie van vee voor te bereiden. Er was echter vooralsnog geen direct gevaar. Nadat Schakel huisarts Ubel Brandsma in zijn auto zag, zijn ze samen met diens auto verder gegaan voor een verkenningstocht door de Alblasserwaard. Als eerste gingen ze naar Jan Kooijman, woonachtig bij de Vlietbrug in Nederslingeland. (Wat het belang van het bezoek aan Jan Kooijman was, werd niet vermeld). Vanuit Nederslingeland gingen ze rechts de Provinciale Weg op, linksaf over de Kromme Elleboog, rechts de Damscheweg op.
Damseweg, water over de kleine kade.
Vanaf de Vuilendam liep een lange sliert vee op weg naar de dijk in Ammers. Via Molenaarsgraaf, Bleskensgraaf, Oud-Alblas en Alblasserdam kwamen de heren bij het gat in de dijk bij Papendrecht. Een bijna ondoenbare tocht, omdat de dijk aan de waterzijde was afgekalfd en het asfalt was kromgetrokken. Het gat was ongeveer 50 - 60 meter breed en het water stortte met geweldige massa's de Alblasserwaard in. Daarna gingen ze naar het Waardhuis van De Overwaard, waar Mans opendeed. Hij was blij iemand van het Overwaard bestuur te zien. De kritieke situatie werd doorgenomen. Hierna gingen Schakel en Brandsma zes kilometer oostwaarts de Lekdijk af, die zwaar gehavend was. De dijk was op de kruin half afgevreten. Met vrachtauto's werd zand aangevoerd. In de kom van Ammers stond wat vee, de koeien waren nat en vuil.
Er werd vergaderd en de volgende besluiten werden genomen: er zouden veeopvangploegen samengesteld worden en de zieken en ouden van dagen dienden naar familie in veiliger omgeving vervoerd te worden. Om negen uur in de avond gingen Schakel en Brandsma met de knecht van Brandsma voor de tweede keer op verkenningstocht. Eerst naar de woning van Brouwer in Vuilendam, waar twee zoons van Van Rappard bezig waren met het naar boven brengen van meubilair. Om twee uur in de nacht zagen Brandsma en Schakel aan het einde van de Provinciale Weg bij de Damsche Weg, aan weerszijden van de zandbaan van de weg in aanleg, het water glinsteren.
Maandag 2 februari
Nadat Schakel en Brandsma om half vier in de nacht thuiskwamen heeft Schakel geprobeerd wat te slapen, waar niets van kwam. Al om zes uur 's morgens is hij in zijn eigen auto weer op verkenning uitgegaan. Hij reed naar de Damsche Weg en de Vuilendam. Het water stond royaal aan de Provinciale Weg. Vervolgens reed hij de Damsche Weg af – deze liep op drie of vier plaatsen over – naar de kerk van Giessen-Oudekerk. Bij de kerk was het een enorme drukte van vrachtwagens en het inladen van vee. Wim de Graaf had daar de leiding. Men deelde Schakel mede dat er nog veel vee in Giessendam en Giessen-Oudkerk zat.
Omdat hij veel boeren gesproken had die geen evacuatieadres hadden voor hun vee, stelde hij zich via het Nederlandse Rode Kruis in verbinding met de Regeringsvoorlichtingsdienst. De radio bracht dit bericht meerdere malen en per telefoon en telegram kwamen zoveel aanmeldingen binnen om vee op te nemen dat er een berichtenstop ingesteld moest worden. Inmiddels stond bij het raadhuis van Noordeloos een grote groep mensen uit
Den Haag om hulp te bieden. Zij werden doorverwezen naar Giessen-Nieuwkerk. Een groep van 750 mensen die nog onderweg was naar Noordeloos was niet meer nodig. Het lukte Schakel die nacht om enkele uren te slapen.
Dinsdag 3 februari
Om half negen ging Schakel met Hakkesteegt naar een bespreking met de Provinciale Waterstaat. Om half een reed hij terug via de Damsche Weg, die overliep, en heeft hij enige heemraden ingelicht over een vergadering die om half drie gehouden zou worden. Daarna zetten zij met een aantal mensen technische plannen op voor het met zandzakken ophogen van de overwaardskaden. Burgemeester Van Rappard van Gorinchem vond de kadeophoging niet nodig en wilde wedden om een goede kist sigaren dat het water niet ten noorden van de Graafstroom zou komen. Een uur later meldde Schakel hem dat het volop instroomde. Om half een in de nacht waren de plannen rond waarna Schakel enkele uren kon slapen.
Foto rechts: Zandzakken in de Kloeve.
Woensdag 4 februari
Met Hakkesteegt is Schakel 's morgens nog even op verkenning gegaan. Bij de viersprong aan de Smoutjesvliet stond een slagboom over de Provinciale Weg naar de Damsche Weg. Ze ruimden het ding even aan de kant. Aan de Kromme Elleboog stond het water al bovenaan de kaden onder de brug in de Provinciale Weg. Ze reden door naar de Damsche Weg, waar het water nu in volle breedte over de Provinciale Weg stroomde. Ze gingen naar de Sint Jacobsbrug in Ottoland. Ook daar stroomde het water in de polder Laag-Blokland over de weg heen. Gijbeland en Brandwijk liepen dus ook vol. Weer terugrijdend gingen ze door het Achterland naar de laatste nog draaiende Ammerse molen. Volgens een boer die daar stond stroomde het water al volop over de Brandwijkse Damse Weg. Ze reden naar de Vlietbrug in Peursum.
Daar was men de motorboten al volop aan het laden met zandzakken, die per auto aangevoerd waren. Daarna reden ze terug naar het hoofdkwartier in het gemeentehuis van Noordeloos. Daar kwam om tien over elf de heer Deerenburg, lid van Gedeputeerde Staten, met twee ambtenaren van de Provinciale griffie aan. Ze spraken over het inenten van vee, eventueel te bergen kadavers en over zijn bezoek aan Zuidland, waar veel vee gered was. Burgemeester Scheffer van Arkel en gewezen hoofdingenieur Van de Wal kwamen iets later aan. Gedeputeerde Deerenburg regelde de inschakeling van het garnizoen van Schoonhoven en op zijn advies vroeg Schakel aan het kabinet van de Commissaris Rode Kruis fourageauto's aan. Deze schoof het af op Van Rappard, die de militaire keuken inschakelde.
Om vijf uur ging Schakel met Brandsma weer op inspectietocht naar de Kromme Elleboog. Gemeentewerkman Kortlever liet daar gevulde zandzakken van de brugleuning langs een plank naar beneden zakken. Bij de Jacobsbrug was men bezig met het opstellen van lichtaggregaten. Daarna reden de heren naar de Vlietbrug.
Een hooischelf in de Kloeve.
In het volle licht draaiden daar de geladen boten en arriveerden de bakken uit Amsterdam op de Giessen. Ze reden door naar de Kaloeve. Heel Oudkerk was in volle evacuatie.
In de Kaloeve klotste en zwalpte het schuimende water over de hoog opgestapelde zandzakken heen de weg op. In de vliegende storm, de regen-, sneeuw-, en hagelbuien trokken de gelaarsde mannen de zandzakken van de in colonne wachtende vrachtauto's. Zij smeten ze op de steeds hoger en dikker wordende borstwering langs de wild opgezweepte waterplas. Schakel beloofde voor een lunchpakket te zullen zorgdragen.
Ze konden niet dezelfde weg terug en reden via het station van Giessendam en Neerpolder, waar ze een colonne met spaden uitgeruste vrijwilligers uit Hardinxveld achterop reden.
In Hoornaar werden bij de Gouden Leeuw lunchpakketten besteld. Om 19.15 was Schakel weer op het gemeentehuis van Noordeloos. In de loop van de avond meldden zich vele lieden met lichtaggregaten. Schakel en anderen werkten daar tot ongeveer kwart over een in de nacht verder aan een geïmproviseerde organisatie. Het werd een barre winternacht. De gladde wegen moesten bestrooid worden met zand. Om half drie is Schakel in de kamer van de gemeentesecretaris op drie stoelen voor de kachel gaan slapen.
Transportcolonne provinciale weg bij Giessen-Oudekerk.
Donderdag 5 februari
Om kwart over vijf in de middag belde burgemeester N. v.d. Brugge van Giessen-Nieuwkerk naar Schakel. Hij was zojuist van het gat in Papendrecht weergekeerd, dat geheel gedicht was. Een uur later belde de dijkgraaf met dezelfde melding.
Om tien uur is Schakel naar de Brandsma's gegaan en heeft daar een glaasje gedronken op het gedichte gat.
Bron:
Diverse auteurs (1984). Jaarboek '84 Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. Stichting Matrijs.